‘Topjaar gedraaid door veranderend eetpatroon’

De horecaklanten van Giel Hermans bestellen normaliter op zondagavond. De maandagochtend na de roemruchte corona-persconferentie in maart 2020 opent hij zijn mailbox en constateert nul rundvleesbestellingen. “Ik denk eerst nog dat het digitale systeem hapert, maar het blijkt echt waar. In een keer is de vraag van de horeca compleet weggevallen.”

Hermans is Agrarisch Ondernemer van het Jaar in 2011. Hij was en is actief in de suikermais en rundvlees. De maistak is afgelopen tien jaar sterk gegroeid. Dat gold ook voor de rundvleestak, maar recent heeft hij zijn rundvleesbedrijf in Duitsland verkocht. “Ik ben inmiddels 50 jaar en wil het iets rustiger aan doen.”

Terug naar maart 2020, de horeca moet subiet dicht en de afzet van rundvlees (Hereford) valt vrijwel helemaal weg. “Tot die maand ging 80% van ons vlees naar de horeca. Die vraag viel weg. Mijn twee slagers moest ik naar huis sturen. Er was niks te doen. Maar wat gebeurt er? Wij hebben ook een winkel en zie tot mijn verbazing na twee weken lange rijen voor de winkeldeur staan. Iedereen ging thuis eten en de populariteit van lokale producten nam enorm toe. Dat is zo gebleven. Nu zet ik 80% van ons rundvlees direct af aan consumenten en nog maar 20% aan de horeca.”

Die ommezwaai in de afzet heeft hem geen windeieren gelegd. “De marge op vlees aan consumenten ligt hoger dan het vlees dat naar de restaurants gaat. Het werd een topjaar. Ik heb daar in feite niets voor hoeven doen. Door corona maken consumenten andere keuzes en ik kon daar vrij makkelijk aan voldoen. Ik mag dan wel in 2011 tot Ondernemer van het Jaar zijn gekozen, maar dit heeft weinig of niets met ondernemerschap te maken. Ik heb gewoon geluk gehad.”

Hetzelfde geldt trouwens voor de afzet van suikermais. Hij teelt mais in Nederland en heeft teeltafspraken met producenten in landen als Senegal, Marokko en Spanje. Zo kan hij jaarrond leveren aan zijn afnemers. In de lange zomer van 2020 kon hij nauwelijks aan de vraag van de supermarkten voldoen. “Het was steeds mooi weer en mensen gingen massaal barbecueën. Vaak met een maiskolf erbij. Turkse en Marokkaanse Nederlanders konden niet naar hun land van herkomst en bleven noodgedwongen hier. Dat leidde ook tot extra vraag.”

De invoer van suikermais om hier te verwerken, is gewoon doorgegaan. “Het vrachtvervoer heeft gelukkig nauwelijks last gehad van de coronamaatregelen. Maar ik kon zelf niet met het vliegtuig naar mijn maisproducenten. Per telefoon kon ik vrijwel alles regelen, maar het is goed om elkaar af en toe in de ogen te kijken. Dat is goed voor het onderlinge vertrouwen. Binnenkort ga ik weer eens naar Spanje, ben ik blij mee.”

Aart van Cooten