Tuinder Rob Baan mag zich nog even Agrarisch Ondernemer van het Jaar noemen. De vorige winnaar is nu lid van de jury. “Wat mij betreft is mijn opvolger tot het uiterste gedreven om gezonde voeding te produceren.”

‘De stad gezond maken, dat is onze taak’

Dit jaar is de verkiezing van de Agrarisch Ondernemer van het Jaar vanwege de coronamaatregelen niet gehouden. Directeur Rob Baan van tuinbouwbedrijf Koppert Cress, de winnaar in 2020 ziet daar wel een voordeel in. Met een glimlach: “Ik ben de enige van de 25 Agrarisch Ondernemers van het Jaar die dat twee jaar lang is. Leuk meegenomen toch?”

We spreken de oud-winnaar als hij op weg is naar Zwolle. Hij gaat daar spreken op een bijeenkomst voor ziekenhuiskoks. De ideale plek om zijn verhaal weer eens te vertellen. Met goede, uitgebalanceerde voeding kunnen mensen beter worden, is zijn stelling.

“Ik ben blij dat ik dat straks juist voor deze groep koks kan vertellen”, zegt Baan. “Directies van zorginstellingen zien voeding louter als kostenpost. Hun standpunt is, kort samengevat: met medicijnen worden mensen beter, op eten en drinken kan worden bezuinigd. Wat is dat voor een onzin! Het omgekeerde is eerder waar. Ik hoop dat mijn toehoorders straks hun bazen onder druk gaan zetten om meer aandacht te geven aan de voeding van hun patiënten. Dat kost geld, zeker, maar voor de gezondheid van patiënten is kwalitatief goede voeding cruciaal. Dat geldt voor de hele mensheid en voor de zorg zo mogelijk nog meer.”

Microgroenten
Rob Baan met zijn medewerkers produceren cressen, microgroenten en andere smaakmakers en zetten af aan de horeca in de hele wereld. De plantjes die het bedrijf opkweekt, zitten boordevol gezonde nutriënten en worden in een jong stadium geoogst. Koppert Cress heeft inmiddels licentiehouders over de hele wereld. De jury omschreef hem als ‘ondernemer in de buitencategorie’. En als ‘ambassadeur voor de Nederlandse land- en tuinbouw met korte lijntjes naar politiek en media’.

In 2000 startte hij met twaalf medewerkers, op het moment dat hij door de jury werd genomineerd voor de Agrarisch Ondernemer van 2020 – in het begin van dat jaar – waren dat er inmiddels 250. In maart 2020 brak corona uit en werd alles subiet anders. Wereldwijd sloot de horeca en zijn afzet viel compleet weg.

‘Een topondernemer laat zich niet bepalen door de waan van de dag’

Forse klappen
Het omzetverlies van Koppert Cress liep als gevolg van de coronapandemie op tot €30 miljoen. De R&D-afdeling is wegbezuinigd, de afdeling marketing is fors gekrompen. “Als ik nu binnenkom, krijg ik tranen in mijn ogen. Ons bedrijf heeft forse klappen opgelopen. Ik ging ervan uit dat de jury mijn bedrijf als niet-coronaproof zou beoordelen en dat ik niet zou winnen. Dat gebeurde dus wel. Dat is natuurlijk een geweldige ervaring, juist in deze periode.”

Inmiddels draait het bedrijf weer redelijk goed. Hij maakt weer winst. “Ik geloof in ons bedrijf, mijn personeel idem dito. Ik hoop over twee jaar weer terug te zijn op ons oude niveau.”

De uitreiking van de prijs was voor hem een absoluut hoogtepunt, de weken daarna verwachtte hij overal uitgenodigd te worden om zijn verhaal te doen. “Nederland staat mondiaal bekend als de nummer 1 op het gebied van landbouw en voeding. De Agrarisch Ondernemer van het Jaar in Nederland is in feite wereldwijd de beste. Het bleef echter oorverdovend stil. Niet bij Jinek aan tafel, geen interviews met de kwaliteitsmedia en vakbladen, geen uitnodiging uit Wageningen om te komen praten. Dat hadden de organisatoren van de verkiezing beter kunnen en ook moeten organiseren.”

‘De overheid moet ervoor zorgen dat gezonde voeding voor iedereen bereikbaar is’

Langetermijnvisie
Komende verkiezingen is hij als oud-winnaar lid van de jury. “Ik vind dat de winnaar tv-proof moet zijn. Wat mij betreft is hij of zij tot het uiterste gedreven om gezonde en lekkere voeding te produceren. En de nummer 1 moet dat verhaal ook goed kunnen vertellen. Het hebben van een langetermijnvisie vind ik ook belangrijk. Een topondernemer laat zich niet bepalen door de waan van de dag, hij denkt twintig jaar vooruit en houdt vast aan zijn kerndoelen.”

De stad gezond maken, dat is de primaire taak van boeren en tuinders, vindt Baan. “Als we slecht voedsel produceren, gaat de stad op termijn dood. De Nederlandse agrofoodsector doet het in dit opzicht niet goed. De verwerkende bedrijven voegen zout, suikers en vetten toe. Van in principe gezonde grondstoffen zoals melk en aardappelen worden ongezonde producten gemaakt. In dit land worden 700 miljoen frikadellen gegeten, zo’n 1,3 miljoen mensen kampen met diabetes, de ziekenhuizen liggen vol met coronapatiënten met overgewicht. Is dat allemaal eigen verantwoordelijkheid van consumenten? Nee, zeg ik, de agrofoodsector is ook schuldig door producten in de schappen te zetten die ongezond zijn. Boeren, tuinders en verwerkers moeten hun vak weer serieus nemen en gezonde producten maken. Zo moeilijk is dat niet.”

Inkomensbeleid
Dat kan trouwens niet tegen de huidige opbrengstprijzen, zegt hij erbij. Daarom ergert hij zich aan EU-commissaris Frans Timmermans die op termijn toe wil naar 25% biologische landbouw, maar dan wel voor een prijs die iedereen kan betalen. “Dat kun je dus niet van een biologische boer vragen. De producent heeft recht op een goede prijs voor zijn producten en de overheid moet er via het inkomensbeleid voor zorgen dat gezonde voeding voor iedereen bereikbaar is.”

Als het aan Baan ligt krijgt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een andere naam. “Het landbouwministerie in Duitsland presenteert zichzelf op beurzen onder de noemer van Lebensministerium. Precies de goede naam. Ik pleit hier in Nederland voor de naam ministerie van Voedsel en Gezondheid. Als het beleid daar dan ook op wordt gebaseerd, gaan we de goede kant op.”

Afgelopen jaar heeft hij regelmatig contact gehad met een van de andere genomineerden, melkveehouder Matthijs Baan (geen familie). Deze veehouder levert flessen met melk van individuele koeien aan supermarkten. Rob Baan: “De smaak varieert per koe. Matthijs maakt daar op een slimme manier gebruik van. Ik vind dat hij zijn product te goedkoop in de markt zet. Ik bracht hem in contact met topkoks en barista’s. Ze vielen van hun stoel van verbazing over de smaak van zijn melk. Dat vraagt een prijs. Die meerprijs moet je durven opeisen. Wil de afnemer dat niet betalen, dan lever je niet. Ondernemers met een gezond en smaakvol product moeten zich niet omver laten blazen door afnemers.”

‘De agrofoodsector is medeschuldig aan het overgewicht van veel mensen’

Bulkproducten
We hebben de kennis en produceren voedsel op de beste maar ook duurste grond, zegt Baan. “En toch maken we voornamelijk bulkproducten, op smaak en kleur gebracht met allerlei ongezonde toevoegingen. We zitten in Nederland op een goudmijn, de agrarische sector kan het meest gezonde voedsel van de wereld produceren. Maar wat doen we? We gaan in de verdediging en staan te schreeuwen op het Malieveld over het onrecht wat ons wordt aangedaan. Ik hoop dat de sector tot inkeer komt. Mijn opvolger als Agrarisch Ondernemer van het Jaar kan daar hopelijk een bijdrage aan leveren.”